Omgangsproblematiek

Omgangsproblematiek

Scheiding (of breuk) tussen ouders

Ongeveer 50% van de relaties eindigt in een scheiding of breuk. 
Ongeveer 80% van de ouders lukt het om daarna invulling te geven aan co-ouderschap.

Complexe Omgangsproblematiek

Ongeveer 20% van de ouders bereikt daarna geen gezamenlijke visie over de opvoeding van de kinderen of de verdeling van de zorgtaken.
Dit kan leiden tot een contactbreuk tussen het kind en één van de ouders. 

Er zijn drie belangrijke redenen waarom een contactbreuk kan ontstaan.


1) Praktische redenen

2) Gegronde redenen

3) Parental Alienation (vertaald in ouderonthechting)


Om te weten welke dynamiek onderliggend is aan de omgangs-problematiek, en om het gezin te kunnen helpen, moet goed (feiten)onderzoek gedaan worden door (het liefst) een gedrags-wetenschapper die kennis heeft van complexe omgangsproblematiek en in staat is om de onderliggende dynamieken in kaart te brengen.
Meer daarover leest u in het rapport van het expertteam (2021).

Praktische redenen


Praktische problemen kunnen bijvoorbeeld van financiële aard zijn. Zorgen over geld kunnen een ouder zo belemmeren in het vormgeven van ouderschap na scheiding, dat deze wellicht eerst geadresseerd moeten worden voordat een ouderschapsplan opgesteld kan worden. 

Een ander praktisch probleem dat tot hevige zorgen kan leiden is huisvesting. Zeker in deze tijd met het grote woontekort, kan het heel moeilijk zijn om een goede woning (in de buurt van de oude woning) te vinden. Ver weg verhuizen van het voormalige ouderlijk huis, kan het heel lastig maken om een qua tijd gelijkwaardige co-ouderschapsregeling te realiseren. 

Ook het vinden of veranderen van betaald werk, kan een praktisch probleem zijn dat tot grote zorgen kan leiden. Misschien had één van de ouders vooral de verzorgende rol op zich genomen en dient die nu een betaalde werkkring te vinden. Misschien wil een ouder minder uren gaan werken om ook zorgtaken op zich te nemen en kan dat niet (makkelijk) in de huidige werkkring. 

Gegronde redenen


Als een contactbreuk tussen een kind en één ouder ontstaat vanwege slechte verzorging of mishandeling door die ouder (door bijvoorbeeld verslaving, depressie of gebrek aan pedagogische vaardigheden) kan het kind een gegronde reden hebben voor de buitensluiting. Onze overheid definieert kindermishandeling als volgt: elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Dus niet alleen lichamelijk geweld, maar ook bijvoorbeeld emotionele mishandeling of verwaarlozing vallen eronder.

Het NJI defineert de verschillende categorieen van kindermishandeling als volgt:

  • Lichamelijke verwaarlozing: ouders of opvoeders komen gedurende langere tijd onvoldoende tegemoet aan de lichamelijke basisbehoeften van het kind. Het kind krijgt niet de zorg en verzorging waar het gezien zijn leeftijd en ontwikkeling behoefte en recht op heeft.
  • Psychische of emotionele mishandeling: ouders of opvoeders stralen met hun houding en hun gedrag afwijzing en vijandigheid uit tegenover het kind. Ze schelden het kind regelmatig uit of maken het kind opzettelijk bang.
  • Psychische verwaarlozing: ouders of opvoeders schieten doorlopend tekort in het geven van positieve aandacht aan het kind. Daarmee negeren ze structureel de basale behoeften van het kind aan liefde, warmte, geborgenheid en steun.
  • Seksueel misbruik: alle seksuele aanrakingen die een volwassene een kind opdringt. Door het lichamelijke of relationele overwicht, de emotionele druk, of door dwang en geweld van de volwassene kan het kind die aanrakingen niet weigeren.
  • Getuige van huiselijk geweld: betreft die situaties waar kinderen geconfronteerd worden met geweld in hun eigen huis. Dat kan gaan om het zien of horen van conflicten tussen hun ouders of verzorgers, of geconfronteerd worden met de gevolgen, bijvoorbeeld verwondingen bij de ouder of verzorger, of het moeten vluchten van een ouder of verzorger.

Als er gegronde redenen zijn voor de contactbreuk, kan een vorm van begeleid contact plaatsvinden, zodanig dat de veiligheid van het kind geborgd is. 


Parental Alienation (Richard A. Gardner 1985). is in het Nederlands vertaald in ouderverstotingssyndroom (Zander 1999).


Ik geef de voorkeur aan de term ouderonthechting: een proces waarbij na scheiding en onder bepaalde omstandigheden een gezonde hechtingsband van het kind met een ouder schijnbaar beschadigt of verbreekt. Ik sluit hierbij aan bij bevindingen van o.a. Bowlby (1969/1982) die stelde dat traumatische separatie tussen een kind en ouder uiteindelijk kan leiden tot detachment: onthechting.

  • Wanneer ouders de loyaliteit van het kind beïnvloeden, voelt het zich onveilig.

Komt ouderonthechting veel voor?

Onderzoek naar contactverlies van de kinderen van ouders die vorige eeuw zijn gescheiden, wijst uit dat 20% van de kinderen hun vader niet meer ziet, en 5% heeft het contact verloren met hun moeder (Kalmijn (2018).

Loyaliteit aan ouders

Loyaliteit van een kind naar de ouders is een vanzelfsprekende verbondenheid die ontstaat bij de geboorte. Een kind is altijd loyaal aan zijn beide ouders (Van den Eerenbeemt (2003). Ivan Boszormenyi-Nagy stelde dat loyaliteit intergenerationeel is. Ieder kind is loyaal zijn aan zijn ouders omdat het door zijn ouders ontstaat. Dit betreft zowel primaire (bij de geboorte ontstane) en secundaire (bij opvoeding en verzorging ontstane) loyaliteit. Als de loyaliteit in essentie verstoord raakt, kan dit ernstige gevolgen hebben.


Soms kan een ouder, heel vaak onbewust, een bondje, oftewel een coalitie, sluiten met de kinderen en daarmee de andere ouder buitensluiten. De ouder die dat coalitie-gedrag vertoont, doet dat in de meeste gevallen vanwege hoge emoties. Soms heeft de ouder ook zorgen over de ouderschapskwaliteiten van de andere ouder. Hoge negatieve emoties als woede, minachting, of walging verklaren een groot gedeelte van die zorgen (Koppejan, e.a. 20120). Andere emoties, als angst om het kind kwijt te raken, verdriet als gevolg van de scheiding, boosheid over de reden van de scheiding kunnen ook hoog oplopen (Koppejan, 2014). Kinderen kunnen als geen ander inschatten hoe een ouder zich voelt, dat doen ze door het non-verbale gedrag van de ouder te observeren en interpreteren. Communicatie verloopt immers voor een heel groot gedeelte via non-verbaal gedrag. Opvoeding is ook grotendeels gebaseerd op de non-verbale reacties van ouders op hun kinderen. Als een kind iets goed doet, kijkt een ouder blij. Als een kind iets fout doet, kijkt een ouder afkeurend. Dat is het kompas van kinderen om hun gedrag bij te sturen.

Het gevoel naar de ex-partner kan ook niet makkelijk verborgen worden voor de kinderen. Ze pakken dit haarfijn op. Het gevolg daarvan kan zijn dat de kinderen de buitengesloten ouder zelf ook gaan buitensluiten. Maar een ouder kan zich er wel van bewust van worden en de kinderen uitleggen dat dit het gevoel is van de ouder. Dat dit gaat over de volwassen relatie tussen de ouders. Dat dit los staat van de relatie van het kind met hun vader of moeder.


Wilt u weten of u uw negatieve gevoel jegens uw ex ook onbewust uitstraalt?

Omdat dit niet makkelijk is om zelf te onderzoeken, kan het fijn zijn om iemand uit uw netwerk te vragen u daarbij te helpen. Als u een familielid of vriend(in) heeft die zowel u als je ex goed kent en u beiden goed gezind is, kan die dienen als een “ambassadeur” voor u beiden en als een spiegel voor u. Door deze ambassadeur te vertellen over uw ex partner kan hij of zij u spiegelen hoe u overkomt.


Uw kind wil geen omgang meer

Soms gebeurt het toch dat u uw negatieve gevoel jegens uw ex-partner, al dan niet bewust, over heeft gedragen op jullie kind. Dat is ook niet heel gek. Het is, zeker de eerste tijd na de scheiding, een achtbaan van gevoel. Alles verandert. Emotioneel. Financieel. Praktisch. En het gevoel van alle betrokkenen gaat alle kanten op. Maar ook levensgebeurtenissen op langere termijn na de scheiding (bijvoorbeeld een nieuwe partner, nieuwe kinderen, of financiële ontwikkelingen) kunnen er voor zorgen dat u weer vol in de emotie schiet. Het kan dan gebeuren dat jullie kind zoveel empathie voor u voelt dat het uw emotie gaat overnemen. Dat heet ook wel “emotionele besmetting” (Birch, 2016). Dit is een normaal verschijnsel dat ervoor zorgt dat een groep samenhang behoudt. Uw gezin is ook een groep. Nadat u en uw ex-partner uit elkaar zijn gegaan, bent u uw groep gaan hergroeperen.


Uw groep is ook groter dan uw gezin. Ook familie en vrienden hergroeperen zich. Met wie houden ze wel contact en met wie niet? Welke kant kiezen ze? Het is heel fijn om uw verdriet of boosheid als gevolg van de scheiding met een ander te bespreken en het gevoel te hebben dat de ander u steunt. Maar dat heeft tegelijkertijd het risico in zich dat die ander uw ex ook buiten gaat sluiten. Dat kan een negatieve spiraal worden: uw vertrouwenspersoon kan steeds negatiever gaan denken over uw ex en zodoende u ook (Finkenauer, e.a., 2015).

Misschien gaat u (en uw vertrouwenspersoon) ook denken dat het beter is voor het kind om geen omgang met uw ex te hebben. 

Als u voor uw ex geen rol meer ziet in uw groep, ook niet als ouder van jullie kind (dat verdient uw ex misschien niet meer in uw ogen) dan kan jullie kind uw gevoel overnemen. Het kind geeft u dan aan dat hij of zij niet meer zo vaak naar uw ex wil. Of helemaal niet meer wil. Het kind kiest zo voor u en sluit de andere ouder buiten.


Wiens taak is het om het kind te motiveren?

Bij omgangsproblematiek die is ontstaan vanuit loyaliteitsproblematiek, is het primair uw taak om jullie kind te motiveren om wel naar uw ex te gaan. Deze taak kan u niet leggen bij uw kind, die kan immers de langetermijngevolgen van die beslissing nog helemaal niet inschatten, ook niet als het een puber is, diens hersenen zijn nog lang niet volgroeid en pubers kunnen de langetermijngevolgen van dermate grote stressvolle beslissingen niet overzien.


Op welke manier motiveert u het kind?

U kunt jullie kind niet dwingen, maar u kunt jullie kind wel vrijmaken. Als jullie kind voelt dat u het voor jullie kind belangrijk vindt dat het beide ouders in zijn of haar leven heeft, dat u weet hoeveel het kind van de andere ouder houdt en de andere ouder van het kind, dat dat mag van u, dan zal het loyaliteitsconflict verminderen.

U kunt ook toelichten dat u niet wil dat jullie kind kiest. Dat, ook al voelt u verdriet of boosheid, het ook voor u belangrijk is dat jullie kind een eigen, unieke band heeft met beide ouders.


Zijn loyaliteitsconflicten altijd schadelijk?

Nee, dat is zeker niet zo. Elk kind kan in de loop van zijn leven (denk bijvoorbeeld ook aan de pubertijd) met loyaliteitsconflicten te maken krijgen. Soms trekt een kind meer naar een moeder of naar een vader. Soms wisselt dat ook, eerst naar moeder en in een latere levensfase naar vader, of andersom. Maar dit is over het algemeen van korte duur. Beïnvloeding van de loyaliteit (al dan niet bewust) is een ander verhaal: dan kan de loyaliteit verstoord raken en kan het kind een ouder verliezen, waar het diep van binnen veel van houdt.


Wanneer is een loyaliteitsconflict dan wel schadelijk?

Boszormenyi-Nagy  (1973) stelt dat verstoring van de loyaliteit zeer nadelig is voor de ontwikkeling van kinderen. Dit kan zich voordoen na een scheiding. Ouders kunnen na een scheiding onverwerkte emoties blijven voelen en deze al dan niet bewust aan het kind doorgeven. Dan is het voor het kind heel moeilijk om loyaal te blijven aan beide ouders. Een kind wil immers niet dat het door het eigen gedrag een ouder ongelukkig of boos maakt. Kinderen kunnen zich dan geroepen voelen te kiezen voor een van beide ouders. Een dergelijke keuze kan leiden tot ouderonthechting, zie ook de langetermijngevolgen van ouderonthechting.

Ouderonthechting is een proces.

Ouderonthechting is een proces waarbij het kind een ouder verliest. Het is van belang om goed te onderzoeken welke onderliggende dynamieken een rol spelen.


3 niveaus van ouderonthechting

1. lichte vorm

   o De ouder voelt verhoogde negatieve emoties (als verdriet, boosheid, of angst)

  • maar gelooft dat omgang met beide ouders in het belang is van het kind.

   o Er is een gezonde hechtingsband tussen de coalitie-ouder en het kind.

2. matige vorm

   o De negatieve emoties (als verdriet, boosheid, of angst) blijven te hoog

  • en de ouder gelooft zelf ook dat het misschien beter is als er geen omgang is.

   o Het kind geeft aan geen contact te willen, maar laat bij afwezigheid van de         
      coalitie-ouder een positieve interactie met de buitengesloten ouder zien.

   o Er is een gezonde hechtingsband tussen de coalitie-ouder en het kind.

3. ernstige vorm

   o De ouder heeft hele hoge negatieve emoties (als verdriet, angst, of boosheid)

  • en gelooft dat omgang een risico inhoudt voor het kind.

   o Het kind vertoont hoge mate van (geïnternaliseerde) angst voor de

      buitengesloten-ouder.

   o De hechtingsband tussen de coalitie-ouder en het kind kan te sterk zijn.  

   o Er kan sprake zijn van parentificatie.


Het Openbaar Ministerie beziet het niet naleven van de zorgregeling (als beide ouders gezag hebben) als onttrekking aan het wettelijk gezag. Dit is strafbaar.
Het expertteam ouderverstoting heeft in 2021 haar rapport uitgebracht waarin beschreven staat op welke manieren het naleven van de zorgregeling gehandhaafd kan worden. 


Waaraan kan je het proces van ouderonthechting herkennen?


  • Er was sprake van een goede band van een kind met de buitengesloten ouder (een veilige hechting), of van een situatie waarbij een kind een veilige hechting aan kan gaan met de buitengesloten ouder. Er zijn dus geen contra-indicaties.
  • Er is sprake van coalitie-gedrag: gedrag waardoor het kind in de knel komt.
  • Het kind internaliseert de negatieve gevoelens en overtuigingen van de coalitie-ouder en laat dat met kenmerkende gedragingen zien.
  • De omstandigheden zijn ongunstig.


In deze vierluik geef ik vanuit het perspectief van het kind, een moeder, een vader en een bijzondere curator weer hoe een fictieve situatie van ouderonthechting eruit kan zien als een kind een vader buitensluit. Het is fictief. Er zijn vele varianten mogelijk. Dit is er één van. Uiteraard komt het ook voor dat moeders worden buitengesloten; ook daar zijn vele varianten mogelijk.


In deze korte film van Iris Kelly, die ik met haar toestemming enigszins heb ingekort, is goed te zien hoe ouderonthechting tot stand kan komen.

Zie ook deze BBC opname met uitleg (o.a. van Drs. Karen Woodall).


En deze uitleg door Dr. Amy J.L. Baker met goede tips hoe als buitengesloten ouder om te gaan met je kinderen.


Frénk van der Linden heeft in een ontroerend en indringend boek "En altijd maar verlangen" beschreven wat de levenslange impact is geweest van het buitensluiten van zijn moeder.

Wat is het recht van kinderen en ouders op omgang?

De Hoge Raad heeft zich in januari 2014 uitgesproken over het recht van kinderen en ouders op omgang met elkaar en geconcludeerd dat:


Het kind en de (niet met het gezag belaste) ouder recht hebben op omgang met elkaar; recht op family life.


Onderstaande wetten waarborgen dit recht:

Voor de (niet met het gezag belaste) ouder: art. 8 EVRM en 1:377a lid 1 BW.

Wat het kind aangaat niet alleen door die laatstgenoemde bepaling, maar ook door de art. 9 lid 3 IVRK en 24 lid 3 Handvest van de grondrechten van de EU.


Wat dient de rechter te doen bij obstructie van de omgang?

Als een (met het gezag belaste) ouder geen medewerking verleent aan de zorgregeling en de rechter de argumenten daarvoor 'ongenoegzaam' acht, dient de rechter op korte termijn alle gepaste maatregelen te nemen om de (met het gezag belaste) ouder ertoe te bewegen medewerking te verlenen.


Voortkomend uit jurisprudentie en de wetgeving heeft de rechter daartoe een groot aantal maatregelen ter beschikking om die ouder te bewegen tot naleving van zijn verplichtingen, zoals:

  • begeleiding door derden van de omgang;
  • wijziging van de bestaande omgangsregeling;
  • opschorting van de verplichting tot betaling van (kinder)alimentatie;
  • een aansporend boetebeding in de overeenkomst tot regeling van de omgang;
  • benoeming van een bijzondere curator (art. 1:250 BW);
  • het treffen van een kinderbeschermingsmaatregel (ondertoezichtstelling);
  • wijziging van het gezag of van de hoofdverblijfplaats van het kind.


Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de algemene executiemogelijkheden:

  • veroordeling tot medewerking aan de uitvoering van een omgangsregeling op straffe van een dwangsom (art. 611 Rv);
  • lijfsdwang (art. 585 Rv).


Wat zegt de Europese Wetgeving over omgang?

Active parental participation in proceedings concerning children is required under Article 8 of the Convention (actieve participatie van ouders daar waar het kinderen betreft is een vereiste onder artikel 8 van de Conventie: lees, ouders dienen bereid te zijn om mee te werken aan (begeleide) omgang tussen de kinderen en de andere ouder).


Hoe oordeelt de Hoge Raad in Nederland over Artikel 8 van de Conventie?

Autoriteiten dienen voldoende adequate en effectieve maatregelen te nemen om een door de rechter vastgestelde omgangsregeling te doen nakomen (art. 8 EVRM). De belangen van het kind zijn in zulke gevallen paramount (cruciaal).


Wat zegt de Raad voor de Kinderbescherming over ouderverstoting/-onthechting?

Als er geen gegronde of aannemelijke redenen zijn waarom kinderen een ouder en het
contact met hem of haar afwijzen, zijn er verschillende opvattingen en termen in
omloop om deze situatie te duiden: ouderverstoting, oudervervreemding,
ouderonthechting, parental alienation en Parental Alienation Syndrome (PAS). Met
‘gegronde’ of ‘aannemelijke’ redenen wordt bedoeld dat het kind (zelf) dermate
negatieve ervaringen heeft opgedaan in het contact met een ouder (bijvoorbeeld
mishandeld is door de ouder), dat het invoelbaar en navolgbaar is dat het kind het
contact met de andere ouder afwijst. De Raad heeft ook een visiedocument uitgebracht waarin zij aangeven hoe zij naar (dreigend) contactverlies kijken.

Wat geeft onderzoek aan over interventies bij ouderonthechting?


Primair en preventie

Regelmatige omgang met beide ouders (Kalmijn, 2015) en het opstellen (en naleven) van een ouderschapsplan werkt als beschermende factoren tegen ouderonthechting (o.a. Bernet, 2002).


Spontaan herstel van de band

Van spontaan herstel wordt gesproken als de verstoorde band met de buitengesloten ouder wordt hersteld zonder interventies of gerechtelijke stappen. Dit wordt vaak door externe of interne levensgebeurtenissen, crises of volwassenwording opgewekt (o.a. Baker e.a. , 2005).


Interventie bij lichte en matige ouderonthechting

De essentie van de interventie zal gericht moeten zijn op het stoppen van het gedrag waardoor het kind in een loyaliteitsconflict is gekomen, vaak zijn ouders er zich niet van bewust dat hun emoties en gedachten feilloos worden aangevoeld door het kind. Het bewustwordingsproces is hierbij dan ook erg belangrijk. Mediation of rouwverwerking kan een oplossing zijn bij mildere problematiek. De Kinderombudsman stelde in 2014 aan onze regering voor om mediation verplicht (en gesubsidieerd) te stellen. Wat een obstakel kan zijn, is de (toch nog door sommige advocaten bevestigde) overtuiging dat door rechtsgang omgang kan worden tegengehouden, dan wel voogdijschap kan worden verworven (Crosby, 1999).


Interventie bij ernstige ouderonthechting

Bij ernstige ouderonthechting komt het voor dat er veel zorgen over de ouderschapskwaliteiten van de ouder worden gerapporteerd (Koppejan, e.a., 2020), en valse beschuldigingen van mishandeling, misbruik of verwaarlozing gedaan worden (Van Leuven, 2010). De interventie zal er dan in eerste instantie op gericht moeten zijn om de coalitie-ouder het effect van het gedrag op het kind in te laten zien en deze ouder te helpen dat gedrag te veranderen. Ook het kind zal aansluitend geleerd worden om weerstand te bieden aan dit gedrag. Indien de ouder niet kan of wil veranderen, groeit het kind op in een onveilige omgeving. Deze vorm van ouderonthechting wordt dan ook gezien als een vorm van emotionele mishandeling van het kind. Indien, na alles geprobeerd te hebben, gekozen wordt om deze kinderen bij de coalitie-ouder te laten wonen, onthechten zij volledig. Hiermee raakt het kind de liefde en zorg van een ouder kwijt en blijft het onrust voelen. Ernstige ouderonthechting heeft negatieve langetermijngevolgen voor het kind, waarmee de ontwikkeling van het kind wordt bedreigd. Omdat iedere situatie anders is, zal per gezin gekeken moeten worden wat nodig is om de ontwikkelingsbedreigingen voor het kind te minimaliseren. Het expertteam ouderverstoting heeft in 2021 in zijn rapport ook aangegeven welke juridische drang en dwangmaatregelen passend kunnen zijn.

U kunt bij mij terecht als u meer wilt weten over "Hechtscheiden"


Graag verwijs ik u ook naar*:

Het kind: als u het gedrag van een kind met een loyaliteitsconflict wilt herkennen

Het kind in de knel: als u wilt weten door welk ouder-gedrag het kind zich onveilig voelt

De buitengesloten-ouder: als u wilt weten wat ouderonthechting met een ouder doet

De omstandigheden: als u wilt weten wat nog meer bijdraagt aan loyaliteitsconflicten

Professionals: als u werkt met gescheiden ouders en hun kinderen

Nascholing: voor informatie over de nascholingsmogelijkheden voor professionals

Onderzoek: voor mijn onderzoek naar gedrag van gescheiden ouders

Langetermijngevolgen: als u wilt weten wat internationaal onderzoek aantoont

Levenslooppsychologie: als u meer wilt weten over mijn afstudeerrichting

* door op de blauwe woorden te klikken, komt u op de desbetreffende pagina